vrijdag 9 mei 2008

Hold the front page!

Deel II. Hoe begin je Deel II van Ça Ira for War Child? Eigenlijk met Deel I.
Hoewel met enige schroom, ga ik jullie iets vertellen over een verslaggever. Want zonder hem zou er geen enkel deel van Ça Ira op het toneel zijn verschenen.

Nog niet zo lang geleden, ruim 2 jaar, heb ik vanuit mijn functie bij de Politie Noord-Holland Noord gereageerd op een column. Het schijnt zo te zijn, dat je je in een column alles kunt permitteren, omdat dat nu eenmaal de functie van een column is. Wist ik veel. Maar kom niet aan de politie, want dan kom je aan mij. En die verslaggever schreef dus over de klantvriendelijkheid, nee, over het gebrek aan klantvriendelijkheid. Zou hij na een avondje stappen een luisterend oor vinden voor het aangeven van het verlies van zijn warme handschoen? (Het vroor ten tijde van die gewraakte column.)

Nu zie ik niet altijd de humor van dingen in. Werd dus boos over het in mijn ogen onterechte idee dat het bij mijn werkgever aan klantvriendelijkheid ontbreekt. En klom in de pen. Ehhh, reageerde met een stevige mail op de column. Heb de verslaggever uitgelegd wat het verschil is tussen aangifte doen en het melden van een vermissing en heb hem vervolgens uitgenodigd een kopje koffie te komen drinken in het meest klantvriendelijke buro van politie wat je je maar bedenken kunt, het buro waar ik (nog) werk, buro Langedijk. Dat leverde me in de 1ste plaats een leuke reactie van de verslaggever op, waardoor het ijs tussen ons dooide, en in de 2e plaats een vermanende waarschuwing van mijn directe chef. Want, de ontdooide verslaggever wijdde er alsnog een column aan, die hij ‘Joke’ noemde. En in diezelfde column ging het over een klantvriendelijk uitnodiging om alsnog melding te komen maken op buro 'huppeldepup'van het verlies van een handschoen, onder het genot van een kopje koffie. Mijn chef, wist hij veel dat je je in een column alles kunt permitteren, riep mij op het matje ter verantwoording en zei: “Je kunt op persoonlijke titel geen directe reactie versturen namens de politie!” Oké, daar had hij gelijk in. Maar stel je toch voor, dat ik niet gereageerd had … die verslaggever, laat ik hem voor het gemak even Ruud noemen, bleek fervent aanhanger van Pink Floyd. Pink Floyd? Ja, wel van gehoord, maar niet naar geluisterd. Niet naar geluisterd? Wist hij veel dat ik ben opgegroeid met de ‘Matthäus Passion’ van Bach en de Boléro van Ravel? Ja, dat weet hij nu wel.

Dark Side of the Moon Lichtenvoorde, Arrow Rock 2006. Volle maan, Roger Waters op het podium … ik in hogere sferen. En toen kwam Ça Ira! Ik hoor het Ruud nog schrijven: “Ken jij Roger Waters’ klassieke opera Ça Ira?” Nooit van gehoord! Stellen jullie je dat even voor nà Bevrijdingsdag 5 mei 2008. Twee jaar later lees ik in zijn krant, het Noordhollands Dagblad: “Opera Ça Ira maakt indruk”.
Op woensdag 7 mei om precies te zijn. En laat Ruud nou jarig zijn op die dag … toeval? Nee hoor,
leuk verjaardagskado’tje!

Lieve Ruud,

We hebben nu ruim 2 jaar een digitaal lijntje. Je kon helaas niet aanwezig zijn op 5 mei, om daar te kijken en te luisteren naar Ça Ira in Holland. Jij weet als geen ander hoe de totstandkoming van deze uitvoering hand in hand ging met de opkomst van ‘volle maan’ en een pràchtige zonsondergang. “Ultiem geluk”, schreef je. Over wandelen over het strand en kijken naar een zonsondergang. For everyone under the sun … vandaag schijnt de zon voor ons allemaal, maar voor jou een beetje extra!

Met heel veel dankbaarheid zet ik Ruud Schmitz, verslaggever van het Noordhollands Dagblad, in Deel II in de stralende zon. Zonder hem had Ça Ira mijn pad niet gekruist. Had ik niets geleerd over de wijze levensles, dat je om een diep gat in het trottoir heen kunt lopen en door een andere straat je weg kunt vervolgen.

Namens iedereen die er op 5 mei 2008 wèl bij was: Dank je, Ruud, voor die ene vraag:

“Ken je Ça Ira?”
"Ja, inmiddels ken ik Ça Ira!"

Geen opmerkingen: